Wat kenmerkt de logopedist in de rol van communicator?

In de rol van communicator  communiceert de logopedist met de cliënt ten behoeve van het verkrijgen en delen van informatie voor effectieve zorg en begeleiding. De logopedist communiceert vanuit een cliëntgerichte benadering en neemt beslissingen samen met de cliënt. De logopedist stimuleert en ondersteunt de cliënt bij het zoeken en gebruiken van informatie over zijn gezondheidsprobleem. De logopedist creëert samen met de cliënt een gemeenschappelijke basis zodat op constructieve en effectieve wijze omgegaan kan worden met de vraag van de cliënt. Doel daarbij is dat de cliënt zoveel mogelijk zelf de regie neemt of behoudt en optimaal participeert. De logopedist communiceert op heldere en cultuursensitieve wijze. Dat betekent, dat hij zich bewust is van de eigen waarden en normen en afstemt op de waarden, normen, voorkeuren en communicatieve mogelijkheden van de cliënt. Ten behoeve van effectieve communicatieve interactie met de cliënt schakelt de logopedist flexibel tussen de verschillende communicatieve modaliteiten (bijv. spreken of schrijven). De logopedist documenteert informatie over cliëntcontacten volgens de geldende richtlijnen en op communicatief passende wijze in een geschreven of elektronisch dossier. Bij het delen van informatie met de cliënt en anderen respecteert de logopedist de privacy en het vertrouwen van de cliënt.

Kernhandelingen

  1. Onderhouden van een professionele therapeutische relatie met de cliënt;
  2. Op cultuursensitieve wijze communiceren met de cliënt;
  3. De cliënt stimuleren tot het nemen van regie ten aanzien van de eigen gezondheidsdoelen;
  4. Gericht schakelen tussen verschillende communicatieve modaliteiten en ondersteunende communicatiemiddelen ten behoeve van optimale communicatieve interactie met de cliënt;
  5. Mondeling en schriftelijk op begrijpelijke wijze communiceren met de cliënt;
  6. Documenteren en delen van informatie over cliëntcontacten, op communicatief effectieve en passende wijze, in een papieren of elektronisch dossier of in een andere digitale omgeving.

Niveaus

Niveau 1: Beginnend 
De logopediestudent stemt in een simulatiesituatie af op de communicatieve mogelijkheden, waarden, normen en voorkeuren van de cliënt. De student communiceert in een eenvoudige simulatiesituatie zowel mondeling als schriftelijk op correcte en begrijpelijke wijze met de cliënt. De student voert in een simulatiesituatie op adequate wijze verschillende typen gesprekken door helder te zenden, aandachtig te ontvangen en effectief om te gaan met ruis. De student maakt in een simulatiesituatie gebruik van basiskennis over communiceren en gespreksvoering zodat met de gesprekspartner een positieve verstandhouding ontstaat en constructieve uitkomsten bereikt kunnen worden. De student documenteert opleidingsactiviteiten volgens de richtlijnen. 

Niveau 2: Geoefend
De logopediestudent stemt in een simulatie- of praktijksituatie af op de communicatieve mogelijkheden, waarden, normen en voorkeuren van de cliënt en schakelt daarbij tussen verschillende communicatieve modaliteiten en ondersteunende communicatiemiddelen. De student communiceert in een simulatie- en praktijksituatie zowel mondeling als schriftelijk op correcte en begrijpelijke wijze met de cliënt. De student hanteert in een simulatie- of praktijksituatie op adequate wijze verschillende gesprekstechnieken en communiceert door helder te zenden, aandachtig te ontvangen en effectief om te gaan met ruis. De student maakt in een simulatie- of praktijksituatie gebruik van basiskennis over communiceren en gespreksvoering zodat met de gesprekspartner een positieve onderlinge verstandhouding ontstaat en constructieve uitkomsten bereikt kunnen worden. De student neemt onder begeleiding, samen met de cliënt beslissingen over de aanpak van diens vraag of de problematiek en geeft de cliënt daarbij ruimte om zelf te beslissen.
De student rapporteert over cliëntcontacten volgens relevante richtlijnen. 

Niveau 3: Startbekwaam
De logopedist stemt in een onbekende en veranderende praktijksituatie de communicatie zelfstandig, doelgericht af op de communicatieve mogelijkheden, waarden, normen en voorkeuren van de cliënt. Hierbij gebruikt de logopedist flexibel en creatief verschillende communicatieve modaliteiten en ondersteunende communicatiemiddelen. De logopedist communiceert in een complexe praktijksituatie zowel mondeling als schriftelijk op correcte en begrijpelijke wijze met de cliënt. De logopedist gebruikt verschillende gesprekstechnieken bij complexe en onvoorspelbare communicatieve situaties en communiceert door helder te zenden, aandachtig te ontvangen en effectief om te gaan met ruis. De logopedist neemt zelfstandig en samen met de cliënt beslissingen over de aanpak van diens vraag of van diens problematiek en stimuleert het nemen van eigen regie en verantwoordelijkheid door de cliënt. De logopedist documenteert informatie rond cliëntcontacten tijdig, volledig, accuraat en begrijpelijk, volgens de geldende richtlijnen. Bij het delen van informatie respecteert de logopedist de privacy en het vertrouwen van de cliënt.

Voorbeelden van beroepsactiviteiten

  • Tonen van sensitiviteit voor (signalen van) waarden, normen en voorkeuren van de cliënt;
  • Afstemmen van de eigen communicatie op de communicatieve mogelijkheden van de cliënt;
  • Tijdens cliëntcontact schakelen tussen verschillende communicatieve modaliteiten zoals verbaal en non-verbaal; mondeling en schriftelijk; met en zonder communicatie ondersteunend middel; met en zonder tolk;
  • Verhelderen van vraag en verwachtingen van de cliënt door ontvangen, zenden en reguleren van de gespreksvoering;
  • Argumenten voor en tegen beslissingsmogelijkheden openlijk bespreken;
  • De cliënt stimuleren afwegingen te maken die gericht zijn op optimale participatie;
  • Documenteren van cliëntcontacten in een (elektronisch) dossier, volgens de geldende richtlijnen voor dossiervorming (NVLF, 2016) en volgens de wettelijke kaders.